Wat heb je nodig?
- 2 kg stoofvlees (rund)
- 4 stengels citroengras (sereh)
- 6 – 8 verse salamblad, ‘Indonesische laurier’ (daun salam)
- 8 – 10 limoenblaadjes (djeroek poeroet)
- 2 blikken kokosmelk (2×400 ml)
Voor de boemboe:
- 4 tl korianderzaad (ketoembar)
- 4 tl komijnzaad (djintan)
- ongeveer 12 kemirienootjes
- paar stukjes geelwortel, ongeveer 2 eetlepels (koenjit)
- flink stuk galangal (laos)
- flink stuk gember (djahé)
- 10 – 12 tenen knoflook
- 2 el garnalenpasta (trassi)
- 10 Thaise mini-sjalotjes (gewone sjalot kan ook, gebruik er dan minder: afhankelijk van de grootte)
- ongeveer 10 gedroogde lomboks
Stappenplan:
1. Snijd het vlees in stukken.
2. Rooster de komijn- en korianderzaadjes in een droge koekenpan voor een minuutje.
3. Plet de zaadjes fijn in een vijzel tot poedervorm.
4. Week de gedroogde pepertjes in heet water.
5. Maak de galangal, gember, geelwortel, knoflookteentjes en sjalotjes schoon en snij in kleine stukjes.
6. Begin met de knoflook en een flinke snuf zeezout in de vijzel.
7. Voeg nu de ingrediënten één voor één toe; zorg er eerst voor dat je een fijne pasta hebt, voordat je het volgende ingrediënt toevoegt.
8. Voeg ook de kemirienoten en trassie toe aan de boemboe.
9. Snij de lomboks in stukjes en voeg deze ook toe.
10. Vijzel weer goed tot je een fijne pasta hebt. (Je kunt ook alles in een blender gooien met een scheutje zonnebloemolie).
2. Rooster de komijn- en korianderzaadjes in een droge koekenpan voor een minuutje.
3. Plet de zaadjes fijn in een vijzel tot poedervorm.
4. Week de gedroogde pepertjes in heet water.
5. Maak de galangal, gember, geelwortel, knoflookteentjes en sjalotjes schoon en snij in kleine stukjes.
6. Begin met de knoflook en een flinke snuf zeezout in de vijzel.
7. Voeg nu de ingrediënten één voor één toe; zorg er eerst voor dat je een fijne pasta hebt, voordat je het volgende ingrediënt toevoegt.
8. Voeg ook de kemirienoten en trassie toe aan de boemboe.
9. Snij de lomboks in stukjes en voeg deze ook toe.
10. Vijzel weer goed tot je een fijne pasta hebt. (Je kunt ook alles in een blender gooien met een scheutje zonnebloemolie).
11. Bak de boemboe met een scheut zonnebloemolie in een grote stoofpan rustig aan voor een kleine 5 minuten.
12. Voeg het vlees toe. Roer en bak het vlees even goed tot het een mooi kleurtje heeft gekregen. Voeg eventueel een scheutje water toe (vooral als je erg mager vlees hebt).
13. Voeg het eerste blik kokosmelk toe. Roer even goed door elkaar en zet het vuur laag.
14. Snij een centimeter van de onderkant van het citroengras af, verwijder het buitenste blad en snij zo’n 10 centimeter van de bovenkant zodat je voornamelijk het witte deel van het citroengras over houdt.
15. Leg een koksmes of een pan op een stengel en geef een goede mep om het te kneuzen.
16. Voeg samen met de limoenblaadjes en salamblad toe aan de rendang en zet de pan op het laagste vuur.Laat nu minstens 1,5 uur rustig inkoken (deze tijd hangt van de temperatuur af; hoe groot de vlam is). Zonder deksel. Zo nu en dan een keer roeren kan geen kwaad.
17.Voeg het tweede blik kokosmelk pas toe als het meeste vocht is verdwenen. Je zult merken dat de rendang ieder uur iets donkerder van kleur wordt.
18. Na 4 uur in totaal is de rendang perfect:
Het is aan jou hoe ‘nat’ of ‘droog’ je jouw rendang wilt hebben. Is ‘ie te droog? Voeg nog een scheut water of kokosmelk toe. Als het vlees een beetje aan de lepel blijft plakken, is hij goed wat mij betreft. Even de citroenblaadjes, salamblad en sereh eruit halen en klaar is Kees!
Serveer het gerecht met rijst.
boomads_widget_client = "f67d27e9eefa4b7ba9f9c1ce21ce1212";
boomads_widget_id = "64";
boomads_widget_width = "0";
boomads_widget_height = "0";
boomads_widget_trackingparameter = "https://blogsociety.telegraaf.nl/";
Geen opmerkingen:
Een reactie posten